Voor inspiratie tijdens het schrijven ging ik weer eens wandelen in het bos. En daar raakte ik weer eens in gesprek met het baasje van een loslopende hond. Een mevrouw dit keer, met nordic walking stokken en gekleed in een vrolijke zomerjurk. Ze liep al een tijdje achter me, steeds haar hond tot de orde roepend opdat hij toch vooral niet op me af zou rennen - wat het beest overduidelijk dolgraag wilde. Ik werd er bloednerveus van en besloot ze te laten passeren en daarna in tegenovergestelde richting verder (of liever gezegd terug) te lopen.
Ik kon nog net door een hekje aan de rand van het pad glippen naar het aangrenzende terrein van Natuurmonumenten voordat de hond - eindelijk aan zijn baasje ontsnapt - luid blaffend en grommend op me af kwam. Terwijl ik achter het hekje wachtte tot hond en mevrouw zouden passeren, sprak ze me aan. Of ik bang was voor de hond. Nou, voor dit grommende, blaffende exemplaar zeker, dacht ik bij mezelf, maar tegelijkertijd ook weer niet zolang hij maar aan de andere kant van het hekje blijft. Maar dit leek me niet de essentie van de situatie. Ik was namelijk aan het wandelen op een landgoed waar honden aangelijnd moeten zijn. Ik deelde deze informatie met haar. Eerste reactie: ontkenning. Het klopte niet wat ik zei. Nou staan er bordjes aan het begin van ongeveer elk pad op het landgoed die mijn bewering bevestigen. Bewijsstuk A, zullen we maar zeggen. Ik wees haar op de bordjes en toen werd het spannend: Wat zou ze antwoorden? Ik heb namelijk vaker variaties op dit gesprek gevoerd met baasjes van loslopende honden op plaatsen waar dat niet is toegestaan en het aantal keren dat een baasje reageerde met 'Excuses, u heeft gelijk. Ik zal mijn hond meteen aanlijnen. Fijne dag verder.' is welgeteld nul. Zou deze mevrouw de eerste worden?
Uiteraard niet. Volgens haar was het namelijk zo dat loslopende honden op bepaalde delen van het landgoed gedoogd worden voor buurtbewoners. Zij weet dat want zij woont hier al twintig jaar en alle buurtbewoners doen het. Ik was vast een bezoeker dus ik kon dit onmogelijk weten. Maar dat gaf niet hoor, daar kon ik ook niets aan doen. Nee, het staat natuurlijk ook nergens want dan zou iedereen het immers doen. Maar misschien kon ik iets doen aan mijn angst voor honden? Op de een of andere manier eindigen deze gesprekken altijd ongeveer zo. Dat ik me maar moet aanpassen omdat iemand anders zich niet aan de regels houdt. Als je niet verkracht wil worden, moet je immers ook maar gewoon geen korte rokjes dragen en er niet te aantrekkelijk uitzien, nietwaar? Bovendien pas ik me al aan, door alleen te wandelen in gebieden waar loslopende honden niet zijn toegestaan. Eenmaal terug op mijn logeeradres, nam ik contact op met de beheerder van het landgoed om te vragen waar dat gedooggebied voor buurtbewoners precies ligt, zodat ik dat de rest van mijn verblijf op het landgoed kan mijden tijdens mijn wandelingen. Er bleek - niet geheel verrassend - helemaal geen gedoogbeleid te bestaan en honden moeten volgens de beheerder gewoon aangelijnd zijn, ook die van buurtbewoners. Ze kunnen dat helaas niet te allen tijde controleren en daarom vinden ze het heel goed dat ik de mevrouw erop had aangesproken. Tja, ik doe het dus heel goed. Het zou alleen nog fijner zijn als het ook effect had. Ik acht het onwaarschijnlijk dat ik deze mevrouw nog eens tegenkom zodat ik haar misvatting omtrent het losloopbeleid op het landgoed niet kan rechtzetten. Wat deze mevrouw ook niet zal weten, is dat ik dankzij haar de rest van mijn verblijf hier toch een stuk minder ontspannen door het prachtige bos wandel.
0 Comments
Leave a Reply. |
Beluister enkele van mijn blogs ook als audioblog op mijn podcast.
|